De VAR verdwijnt

Geplaatst in: Bouw, Nieuws, ZZP

De VAR maakt plaats voor DBA

VAROp 2 februari 2016 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel Deregulering beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Volgens de nieuwe wet wordt de positie van zzp-ers t.o.v. zakelijke opdrachtgevers versterkt. Beide partijen worden verantwoordelijk gemaakt voor de eigen afdrachten. Naast duidelijkheid over de zelfstandigheid hoopt de Belastingdienst in het nieuwe systeem tevens het fenomeen schijnzelfstandigheid beter aan te kunnen pakken.

Met deze wet verdwijnt per 1 mei 2016 de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Om meer duidelijkheid te hebben of er bij inhuurwerkzaamheden wel of geen loonheffingen betaald moeten worden, kan er op grond van deze nieuwe wet gewerkt worden met zgn. modelovereenkomsten, die vooraf door de Belastingdienst zijn getoetst.

Lees verder en krijg antwoord op de grootste misverstanden 

Over de toepasbaarheid van deze wet en de hierbij gehanteerde modelovereenkomsten bestaat de nodige onduidelijkheid. In samenwerking met enkele zelfstandigenorganisaties houdt de Belastingdienst inmiddels enkele  voorlichtingsbijeenkomsten over dit onderwerp. Uit het feit, dat iedere bijeenkomst compleet volgeboekt is, blijkt wel dat de vraag naar informatie groot is/blijft. Ook heeft de Belastingdienst besloten om in april nog met een webinar te komen, zodat veel meer mensen vanachter de eigen PC de bijeenkomst kunnen volgen. Tot slot heeft de Belastingdienst toegezegd, dat iedere zzp-er nog een brief met tekst en uitleg zal krijgen.

De grootste misverstanden

Vooruitlopend op de verdere ontwikkelingen, hebben we onderstaand even een aantal zaken op een rijtje gezet, die wellicht de nodige onduidelijkheid en/of onzekerheid m.b.t. dit onderwerp zullen wegnemen. De grootste misverstanden zijn:

  • Net als bij de VAR geldt de DBA alleen voor overeenkomsten met zakelijke opdrachtgevers. Voor particuliere klanten geldt de regeling niet.
  • Eveneens als bij de VAR is het gebruik van modelovereenkomsten niet verplicht. Het document is allen bedoeld voor situaties, waarin twijfel bestaat over de aard van de arbeidsrelatie. Als overduidelijk is dat iemand een ondernemer is, dan hoeft er helemaal niets te worden veranderd.
  • Wil een opdrachtgever of opdrachtnemer wel zekerheid vooraf, dan kan er met een modelovereenkomst gewerkt worden. Op de website van de Belastingdienst staan de tot nu toe beschikbare modelovereenkomsten, die inmiddels door de Belastingdienst zijn getoetst.
  • Men hoeft niet voor iedere opdracht een nieuwe modelovereenkomst op te stellen. Bij gelijkblijvende werkomstandigheden kan verwezen worden naar de eerdere overeenkomst.
  • Met een modelovereenkomst kan een zzp-er direct aan de slag. De VAR moest (elk jaar opnieuw weer) worden aangevraagd.
  • De overeenkomst hoeft ook niet opnieuw eerst aan de belastingdienst te worden voorgelegd. De overeenkomst hoeft zelfs niet te worden ondertekend. Zolang de opdrachtgever en zzp-er maar met elkaar afspreken, bijv. per e-mail of in de officiële opdrachtbevestiging, volgens welke modelovereenkomst (en nummer) er gewerkt wordt.
  • ZBo (Zelfstandigen Bouw) en ZZP Nederland hebben onlangs al een modelovereenkomst opgesteld en deze aan de Belastingdienst ter beoordeling voorgelegd. Dit model is inmiddels getoetst en op 13 oktober 2015 bij de Belastingdienst geregistreerd onder nummer 9051596301. Een exemplaar van deze overeenkomst vind je op de site van de belastingdienst.
    Bij het gebruik van een door de Belastingdienst beoordeelde voorbeeldovereenkomst, moet de daadwerkelijk gebruikte opdrachtbevestiging verwijzen naar het door de Belastingdienst toegekende nummer van het beoordeelde model. Daarvoor dient in de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in voorkomende gevallen de volgende tekst te worden gebruikt:

“Deze overeenkomst is gelijkluidend aan de door de Belastingdienst op 13 – 10 – 2015 onder nummer 9051596301 beoordeelde overeenkomst.”

  • Het is de partijen toegestaan om de modelovereenkomst naar behoefte aan te passen. Het enige waarvoor gezorgd moet worden is, dat de geelgearceerde teksten in de overeenkomsten blijven staan en er moet natuurlijk naar gewerkt worden. Ook mogen eventueel toegevoegde nieuwe (eigen) artikelen niet strijdig zijn met de geelgearceerde artikelen. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan hoeft de eigen gemaakte modelovereenkomst niet te worden getoetst en weet de belastingdienst, dat er geen loonheffingen betaald hoeven te worden.
    Er wordt echter door de Belastingdienst bij het werken met een modelovereenkomst wel een voorbehoud gemaakt. Mocht achteraf blijken, dat de zzp-er gedurende langere tijd (nagenoeg) geen andere opdrachtgevers heeft dan de ene opdrachtgever waarmee hij concreet een overeenkomst heeft gesloten, dan zou de afhankelijkheid van die ene opdrachtgever zodanig groot kunnen zijn, dat er toch nog sprake is van een fictieve dienstbetrekking. in dat geval zal er alsnog sprake zijn van loonheffing.

Mogelijk dat de huidige en door de Belastingdienst getoetste overeenkomsten hier en daar nog een paar onduidelijkheden ofwel onwettige passages zullen bevatten. Er wordt momenteel nog hard aan de documenten “gesleuteld” om deze onvolkomenheden eruit te filteren. Ook wordt geprobeerd om de overeenkomsten nog duidelijker en wellicht eenvoudiger te maken. Daarvoor is echter tijd nodig.
Mede om die reden zal de Belastingdienst tot 2 mei 2017 een implementatietermijn hanteren. Dit betekent, dat de belastingdienst tot die tijd wel toezicht houdt, maar vooral in de vorm van voorlichting over de nieuwe werkwijze. Ook zal ze bij de invoering een helpende hand bieden. Er geldt echter voor opdrachtgever en opdrachtnemer wel een inspanningsverplichting, d.w.z. men moet actief bezig zijn om de arbeidsrelatie zodanig feitelijk vorm te geven, dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt (als partijen dat willen).